Jan Greshoff  (15 December 1888, Nieuw-Helvoet  – 19 March 1971, Cape Town) was a Dutch journalist, poet, and literary critic. He was the 1967 recipient of the Constantijn Huygens Prize .
1909 - Aan den verlaten vijver  1910 - Door mijn open venster...  1918 - Latijnsche lente  1924 - De ceder  1924 - Mengelstoffen o.h. gebied der Fransche Letterkunde  1925 - Dichters in het koffyhuis  (onder pseudoniem van Otto P. Reys) 1925 - Sparsa  1925 - Geschiedenis der Nederl. letterk.  (met J. de Vries) 1926 - Aardsch en hemelsch  1926 - Zeven gedichten  1927 - De Wieken van den Molen  1929 - Bij feestelijke gelegenheden  1928 - Confetti  1930 - Currente calamo  1931 - Spijkers met koppen  1932 - Janus Bifrons  1932 - Mirliton  1932 - Voetzoekers  1933 - Pro domo  1934 - Arthur van Schendel  1936 - Critische vlugschriften  1936 - Gedichten, 1907-1936  1936 - Rebuten  1938 - Ikaros bekeerd  1938 - In alle ernst  1939 - Steenen voor brood  1941 - Fabrieksgeheimen  1943 - Muze, mijn vriendin  1944 - Catrijntje Afrika  1944 - Het spel der spelen  1948 - Zwanen pesten  1948 - Gedichten  1948 - Legkaart  1950 - Het boek der vriendschap  1950 - Grensgebied  1955 - Marnix Gijsen  (met R. Goris) 1956 - Volière  (Aviary) 1956-1958 - De laatste dingen  (The Last Things) 1957 - Bric à brac  (Bric à Brac) 1958 - Menagerie  (Menagerie) 1958 - Nachtschade  (Nightshade) 1958 - Pluis en niet pluis  1964 - Wachten op Charon  (Waiting For Charon) 1967 - Verzamelde gedichten 1907-1967  (Collected Poems 1907-1967) 1968 - Wind wind  (Wing Wind) 1969 - Afscheid van Europa  (Farewell To Europe) 1927: Prize of Amsterdam 1967: Constantijn Huygens Prize